Integriteit: het goede doen, ook als niemand kijkt

De week van integriteit wordt afgesloten met de internationale Anti-Corruptiedag van de Verenigde Naties, op 9 december. Dat is eigenlijk opmerkelijk. Een week van integriteit wordt afgesloten met het voorkómen van grensoverschrijdend gedrag, met het voorkómen van corruptie.

Grensoverschrijdend gedrag komt voort uit een gebrek aan integriteit. Maar integriteit is toch veel meer dan het voorkómen van grensoverschrijdend gedrag? Integriteit is het goede doen, ook als niemand kijkt. Integere mensen zijn eerlijk, recht door zee en authentiek. Ze hechten waarde aan het goede en komen daarvoor op. Het gaat niet om het ontbreken van negatieve kenmerken, maar juist om het hebben van deze positieve kenmerken. Kenmerken die een ieder van ons waardeert, maar waar een ieder van ons ook in tekortschiet. En dat inzicht dwingt tot reflectie.

Integriteit en grensoverschrijdend gedrag worden vaak samen genoemd. Dat doen we ook als CBF in de Erkenningsregeling. De afgelopen twee jaar hebben Erkende Goede Doelen serieus werk gemaakt van integriteitsbeleid. Dat zien we in het werk dat is verzet en in de voorbeelden die organisaties daarvan geven. Maar we zien het ook bij organisaties die zelf aangeven nog niet helemaal klaar te zijn. Onze sector is écht in beweging gekomen om een kwaliteitsstandaard te zetten als het gaat om integriteitsbeleid en het voorkómen van grensoverschrijdend gedrag. Daar zijn we blij mee en daar zijn we ook best een beetje trots op. Het maakt ons aanspreekbaar en hopelijk ook alert. Maar het wordt gevaarlijk als we denken dat we er daarmee zijn.

Integriteit
Als we integriteit uitleggen als het voorkómen van grensoverschrijdend gedrag dan gaat het vaak over grote woorden. Over corruptie en nepotisme, fraude en diefstal, seksuele intimidatie, agressie, discriminatie en pestgedrag. Dat zijn woorden waar mensen zich graag van distantiëren. Waarvan iedereen denkt ‘dat doe ik niet.’ Te gemakkelijk wordt integriteit dan iets van een wijzende vinger naar het gedrag van een ander. Naar een steekpenning, snoepreisje, belangenverstrengeling, foei! Maar een oude spreuk luidt: ‘wie met één vinger naar een ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf.’ Wanneer we integriteit reduceren tot grensoverschrijdend gedrag, dan is de kans groot dat je niet meer eerlijk in de spiegel kijkt naar jezelf.

Integriteit komt ook voorbij in veel kleiner, alledaagser gedrag. Een grapje met een steek onder water. Iemand subtiel buitensluiten. Iets van de baas zo lang gebruiken tot je denkt dat het van jou is. Je prestaties overdrijven op je cv. Soms is het verkeerd en soms misschien ook niet. Veel van dat gedrag weten we voor onszelf te rationaliseren, goed te praten. Die zwakheid zit in ons allemaal. Niemand ontkomt eraan ook zelf niet-integer te handelen. En wie dat beseft wordt nederig en voorzichtig in zijn oordeel.

Zelfreflectie
Om een integere organisatie te zijn, vraagt dus om eerlijke zelfreflectie. Reflectie van mij op mezelf, en gezamenlijke reflectie van ons op onszelf. Om daarin tegemoet te komen, publiceren we voor de kerst een nieuw boekje, als een vervolg op onze eerdere publicatie ‘Couleur Locale’. We geven daarin nog eens heel duidelijk aan wat onze kwaliteitsstandaard is als Erkende Goede Doelen. Maar we zetten ook aan tot verdere reflectie. Integriteit is geen eenvoudige invuloefening. Het is hard werken. Dit boekje is dan ook niet voor niets een werkboekje.