Toezicht op goeddoen

Reserves en fondsen bij Erkende Goede Doelen

Wat zijn de regels?

Erkende Goede Doelen moeten hun jaarverslag opstellen volgens de richtlijnen die zijn opgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. In deze richtlijnen wordt ook aangegeven hoe de verantwoording over reserves en fondsen moet plaatsvinden.

Reserves

De hoogte van de reserves en fondsen kan per organisatie sterk verschillen. Dit is onder meer afhankelijk van de doelstelling van de organisatie. Sommige organisaties hebben voor de realisering van hun doelstelling meer reserves dan andere. Bijvoorbeeld omdat ze grote investeringen uit eigen middelen moeten doen in gebouwen, bijzondere projecten of natuurgebieden. Of omdat ze ten behoeve van hun doelstelling investeren in bedrijven met een maatschappelijke missie. Ook kan een reserve worden aangehouden als bron van inkomsten. Dit kan nodig zijn voor de realisatie van de doelstelling op de langere termijn.

Fondsen

Fondsen zijn middelen waar de gever een beperkte bestedingsmogelijkheid aan heeft gegeven. Voorbeelden hiervan zijn fondsen op naam, een actie voor een specifiek doel of een donatie waarvan de donateur heeft aangegeven dat deze bestemd is om te beheren en het rendement daarvan te besteden aan de doelstelling.

Daarom is in de normen voor Erkende Goede Doelen geen maximumbedrag vastgesteld voor de hoogte van de toegestane reserves en fondsen. Erkende organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor een heldere verantwoording van hun vermogensbeleid, waarbij wordt toegelicht hoeveel reserves en fondsen ze hebben en waarom dit voor hun doelstelling noodzakelijk is. Dit gebeurt in het jaarverslag van de Erkende organisatie.

Wil je meer informatie over omvang en toekenning van reserves en fondsen bij een Erkende organisatie dan is het jaarverslag dus de publicatie om te raadplegen.

Hoe toetst het CBF deze regels?

Afhankelijk van de grootte en soort inkomsten van een organisatie kunnen de eisen over de wijze van verslaglegging over reserves en fondsen verschillen. Het CBF toetst of een Erkende organisatie de juiste richtlijn heeft toegepast. Daarnaast kijken we bij de grote organisaties (meer dan € 500.000 totale inkomsten op jaarbasis) nog naar een paar andere zaken. Zo onderzoeken we of de organisatie zich houdt aan het algemene uitgangspunt dat er geen reserves worden gevormd zonder vóóraf bepaalde bestemming. Ook checken we of de organisatie de omvang van de reserves en fondsen voldoende heeft toegelicht. Als een reserve bestemd is om risico’s af te dekken, dan onderzoeken we of de hoogte van de reserve gebaseerd is op een risicoanalyse en of er maatregelen zijn getroffen om de risico’s te beheersen.