Deel 1: De ontleding van de Nederlandse NGO-sector

Dr. Lau Schulpen en Dr. Luuk van Kempen van de Radboud Universiteit hebben in samenwerking met het CBF, Toezichthouder Goede Doelen, de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties in kaart gebracht. Drie weken lang lichten we een onderwerp uit door middel van een kennisvraag op onze sociale-mediakanalen en een toelichting op onze website. Vanaf donderdag 19 maart vindt u de gehele publicatie op onze website.

Vandaag geven we antwoord op de vraag: In welk ontwikkelingsland zijn de meeste Nederlandse ontwikkelingsorganisaties actief?

Meeste NGO''s in Kenia
Nederlandse NGO’s zijn in alle 146 ontwikkelingslanden actief (zie Figuur 1). Tegelijk zijn de verschillen tussen landen groot. In sommige ontwikkelingslanden is minder dan een handvol NGO’s actief. Op de Malediven werkt bijvoorbeeld maar één NGO, gevolgd door een lijst van 22 landen met elk twee NGO’s. In Kenia werken de meeste NGO''s: maar liefst 101 (30%, N=334). In India zijn 94 (28%) organisaties actief en in Oeganda en Indonesië elk 88 (26%).
 

Figuur 1. In welke ontwikkelingslanden werken de Nederlandse NGO’s?   
In aantallen NGO’s actief per land (N=334)

Noot:  Niet alle landen kunnen op deze kaart worden weergegeven. Dat geldt vooral voor kleine eilandstaten in bijvoorbeeld de Stille Oceaan.


Als we de NGO-dichtheid afzetten tegen het inwonertal, ziet het plaatje er heel anders uit. Zo werken de 94 NGO’s die actief zijn in India voor gemiddeld 14,2 miljoen Indiërs, terwijl de twee actieve NGO’s op Montserrat zich slechts om in totaal 5.000 inwoners hoeven te bekommeren. 

In tegenstelling tot wat de naam ontwikkelingsorganisatie wellicht oproept zijn Nederlandse NGO’s niet alleen actief in ontwikkelingslanden. Een substantieel deel geeft aan ook actief te zijn in noordelijke landen, waaronder Nederland. Deels is dat omdat de NGO ook een programma in dat noorden heeft (zoals Cordaid met haar ondersteuning van sociale coöperaties in Nederland of een aantal andere organisaties die actief zijn in Griekenland naar aanleiding van de vluchtelingenproblematiek) en deels is dat omdat NGO’s ook actief zijn in beleidsbeïnvloeding in bijvoorbeeld Brussel of Den Haag.

Dr. Lau Schulpen en Dr. Luuk van Kempen van de Radboud Universiteit hebben de data van 366 Nederlandse NGO’s verzameld, bestaande uit de CBF-database, aangevuld met informatie van enkele Partos-leden en Nederlandse NGO’s die in het verleden overheidssubsidie hebben ontvangen. Deze database is gebruikt voor een eerste analyse van de Nederlandse NGO-sector op het gebied van internationale samenwerking.